TEKST STEFAN MAAS FOTO'S PETRA KLABBERS
Van de Kromme Nieuwegracht tot de Neude en het Veeartsenijpad. Utrecht heeft vele opmerkelijke plekjes, parken en stadsgezichten. En natuurlijk verken je Fietsstad Utrecht met de … Juist!
Tal van fietsers en auto zoeven langs de Neude. Terrasjes, cafés, optredens tijdens evenementen: er is op dit plein altijd wat te beleven. Aan de zijkant van het plein staat een gigant; het oude PTT-hoofdpostkantoor van Utrecht. Twee versteende leeuwen bewaken nog steeds de ingang ervan. Slaag je er in deze te passeren, dan betreed je de oude post-kathedraal, een imposante ruimte die nu gebruikt wordt voor congressen en events.
Wat zou Utrecht zijn zonder Oudegracht? Gewoon ‘Utreg’ waarschijnlijk, maar dan met één belangrijke highlight minder. Onder straatniveau bevinden zich de bekende werfkelders, waar goederen uit de aangemeerde schepen in werden opgeslagen. Dat deel heet dan ook Oudegracht aan de Werf. Tegenwoordig bruist het van het leven aan deze gracht, zowel aan de straat als aan de werf. Horeca- en kunstzaken hebben er zich gevestigd en op mooie dagen kijk je vanaf de terrasjes naar bootjes vol wijn- en bierdrinkende opvarenden.
Bij 40-plussers gaat bij de naam ‘Grift’ en Griftpark misschien een belletje rinkelen. Ooit stond hier een gasbriek, later is het terrein nog gebruikt als vuilnisbelt. Zelfs na jarenlange sanering moest de bodem nog worden ‘ingepakt’ om vervuiling van de omgeving te voorkomen. Maar uiteindelijk is die ellende toch getransformeerd tot een mooi stadspark, inclusief vijver, kinderboerderij, horecazaak en beeldentuin.
Een pad en een aantal geheimzinnige, door welig tierend groen gecamoufleerde huisjes. We zijn op het Veeartsenijpad. Ooit was hier de Faculteit der Diergeneeskunde van de Rijksuniversiteit gevestigd, en nog steeds zijn langs het pad panden van de voormalige faculteit te vinden. Zo is het Belgische restaurant Goesting in een hondenstal gevestigd. We blijven in dierlijke sferen. Even verderop, aan de Veeartsenijstraat, is theater De Paardenkathedraal, gevestigd in de voormalige manege van de Rijks Veeartsenijschool. En de woningen ertegenover? Dat zijn voormalige paardenstallen!
In het statige Oudwijk ligt het al even statige Wilhelminapark, inclusief Wilhelminavijver. Een fontein spuit het water onophoudelijk hemelwaarts; het gras is soms bespikkeld met neergestreken studenten en studentes. Het is hier ‘zonnen op niveau’. Voor wie iets wil eten of drinken; fiets even door naar restaurant Wilhelminapark of eet een ijsje bij IJssalon Vorst aan de Prins Hendriklaan.
De Nieuwegracht levert evenals de Oudegracht prachtige plaatjes op. Ook hier zijn werfkelders gebouwd over vrijwel de volle lengte van de gracht. Replica’s van oude gietijzeren gaslantaarns zorgen ‘s avonds en ‘s nachts voor verlichting. En meer dan honderd monumentale woningen omzomen de gracht. Maar er zijn toch twee verschillen met het oudere grachten-broertje: het is hier minder druk en er zijn minder winkels.
De toren van de Nicolaïkerk verheft zich boven ons in het Museumkwartier. Denk auto’s en smartphones weg en je fietst in een decor voor een film over de late middeleeuwen. Het kwartier zou zijn naam niet waard zijn als je hier geen musea zou aantreffen. Zo is er het Universiteitsmuseum en – gevestigd in een oud kloosterpand – het Centraal Museum. Dick Bruna, Rietveld, Jan van Scorel: het werk van tal van oude en nieuwe Utrechtse iconen is in het laatstgenoemde museum verzameld.
Na wat gezigzag komt een andere highlight in zicht, het plein bij de Tolsteegbarrière, door Utrechters steevast Ledig Erf genoemd. Maar die straat ligt volgens Google Maps toch echt aan de overkant van de brug. Café Ledig Erf is een bekend punt om even bij te komen. Je krijgt er gratis een fraai uitzicht over de Stadsbuitengracht. Ertegenover ligt het Louis Hartlooper Complex, een voormalig politiepand dat omgetoverd werd tot filmtheater. Louis Hartlooper (1864 – 1922) had het bijna vergeten beroep van explicateur, hij voorzag in zijn dagen stomme films van commentaar.
Op de Pelmolenweg fiets je langs het gebied van de ‘Zeven Steegjes’, een oude volksbuurt. Anno 2016 lijken de huisjes kabouter Plop-residenties; klein, maar wel charmant. Vroeger woonden hier kinderrijke rooms-katholieke gezinnen die van liefdadigheid afhankelijk waren. Ze hadden geen wc in huis, zelfs geen keuken en natuurlijk beschikten ze niet over een douche. Pas in 1952 kregen de huisjes een eigen wc en in 1972 een inbouw-keuken en een douche. De ruimte in de Zeven Steegjes mag dan beperkt zijn, loop je even door dan beland je direct in het park langs de Catharijnesingel, met alle ruimte om te spelen, de hond uit te laten of te zonnen direct aan de waterkant.
Als een slang draait de Kromme Nieuwegracht een half rondje in de binnenstad, omgeven door prachtige monumentale panden. En ook aan de gracht zelf, ónder straatniveau, is er bewoning. De bekendste woning aan de gracht is Paushuize. De enige Nederlandse paus, Adrianus VI, liet dit fraaie optrekje bouwen vóór hij leider werd van de rk-kerk. De geboren Utrechter heeft er overigens nooit gewoond. Na zijn verkiezing tot paus in 1522, stierf hij een jaar later in Rome.
De wind draait radeloos rondjes op het Domplein, de meest winderige plek van Utrecht. Rustiger is het even verderop, bij het Pieterskerkhof. Een doodlopende weg leidt naar een plein, verscholen achter de Pieterskerk. Geen toerist te zien, wel het Van Schijndelhuis, een creatie van architect en ontwerper Mart van Schijndel. Het moderne, sculpturaal vormgegeven pand is een anomalie tussen de eeuwenoude gebouwen. Aan de andere kant past het weer wel tussen monumenten. Het Van Schijndelhuis uit 1992 is namelijk het jongste monument van Utrecht en bekroond met de Rietveldprijs. Je kunt er niet zomaar binnenlopen, wel zijn er elke eerste zondag van de maand rondleidingen op afspraak.
Voor meer fietsroutes en informatie over Utrecht: Bezoek-utrecht.nl.
Download route (gpx, via Route.nl)