TEKST EN FOTO STEFAN MAAS
Hier blijven of naar de camping? Dat is de grote vraag voor elke wandelaar of fietser die ‘s avonds op een mooi plekje midden in de natuur verblijft. Natuurlijk houdt iedereen zich aan de regels die de overheid voor overnachtingen heeft opgesteld. In het theoretische geval dat dit niet gebeurt, heb ik zes gouden tips voor de gemiddelde starter op de wildkampeermarkt.
Te mooi
Je fietst of loopt langs een prachtige rivier. Een zijweggetje leidt je naar een mooi plekje met een kortgeknipt grasveldje. Eureka, het is gevonden: de ideale wildkampeerplek! Helaas, dit is te mooi om waar te zijn. De kans is groot dat dit plekje ook bij anderen geliefd is. En zeker op mooie zomeravonden loop je het risico dat er bierdrinkende locals naartoe rijden, vissers of dat er kleine kinderen gaan spelen.
Camouflage
Sinds honderd jaar hebben militairen het door: als je niet opvalt, val je niet op. Dus hebben ze hun veren, felgekleurde uniformen en glimmende geweren maar ingeruild voor camouflagepakken en groengekleurde uitrusting. Ook voor wildkampeerders is camouflage een plus. Natuurlijk heb je hier al rekening mee gehouden en een groene tent en onopvallende kleding aangeschaft. Zorg ook dat je tentje niet zichtbaar is vanaf de weg; dat alleen al voorkomt in de meeste gevallen ongewenste bezoekers. Oh ja, ben je eenzaam en wil je toch graag mensen op visite, doe dan het omgekeerde.
De Wet van Verminderd Risico
Deze tip is moeilijk te omschrijven, ik noem hem daarom maar de Wet van Verminderd Risico. Dit houdt in dat je aan kansberekening doet voordat je haringen de grond in ramt. Een voorbeeld: er leidt een weg het bos in. 100% van de bezoekers van dit bos zal die weg nemen. Honderd meter verderop volgt een splitsing: 50% zal een bepaalde kant opgaan. Daarna weer een splitsing: 25% zal rechts ofwel links afslaan. Passeer dus eerst een paar splitsingen vóór je de tent opzet, daarmee heb je de kans dat bezoekers je tentje ontdekken al flink teruggebracht.
PET-fles
De PET-fles is de uitvinding van de 20e eeuw. Onbreekbaar, flexibel en superlichtgewicht. En hij past met wat goede wil in een bidonhouder. Als je zo’n fles van 1,5 liter vooraf vult, heb je op een kampeerplek altijd voldoende water bij de hand, ook al sta je niet bij een stroompje of rivier. Geldt natuurlijk niet voor de Sahara of andere woestijnen.
Stomme vragen
Ooit vroeg ik aan iemand of er in de buurt een mooi plekje was om te kamperen. Stomme vraag, want wie houdt zich nu met (wild)kamperen bezig? Beter kun je je ogen gewoon de kost geven en niet laten merken dat je in de buurt gaat kamperen.
Ten slotte...
De laatste tip, al is die niet van goud, is om alle bovenstaande tips aan je laars te lappen. Hier ben ik, kom maar gerust kijken en niemand krijgt me hier weg! That’s the spirit van een echte wildkampeerder.
Andere tips:
- Zet bij voorkeur de tent op na 18.00 uur. ‘s Avonds zijn er veel minder mensen op pad.
- Ligt er zwerfvuil in de omgeving? Dat kan een aanwijzing zijn dat de locatie regelmatig wordt bezocht door anderen.
- Ga niet in de buurt staan van jeugdhonken, disco’s of parkeerplaatsen om voor de hand liggende redenen. Voor je het weet bouwt iemand een houseparty naast je tent.
- Landbouwgebieden zijn problematisch voor de wildkampeerder. Ze bieden weinig beschutting en de grond is meestal in eigendom van een particulier. Kies voor de bossen, stroken langs de rivier en niet in cultuur gebracht land.
- Plan aan de hand van een kaart waar je die avond wilt kamperen. Een rivier die de weg kruist in een natuurgebied, biedt normaal gesproken veel mogelijkheden om een geschikte plek te vinden.
- Kijk even rustig rond als je een plekje hebt gevonden en verken de directe omgeving. Is alles inderdaad zo rustig als het lijkt, of blijk je in de buurt te staan van een woning (die je in eerste instantie over het hoofd hebt gezien)?
- Zoek naar sporen van menselijke activiteit zoals voetstappen of bandensporen. Dit geeft een indicatie van het aantal mensen dat regelmatig de plek passeert.
Lees ook:
