Blog Lo Camps over vuurtje stoken

Vuurtje stoken

TEKST LO CAMPS

Een van de belangrijkste handigheidjes die je onder je knie zou moeten krijgen, is het maken van vuur. Om je warm te houden, maar ook om kleding te drogen, voedsel te bereiden, water te zuiveren en als lichtbaken.

Ook geeft het (kunnen) maken van vuur je een goed gevoel; je hebt iets bereikt waardoor je je kansen vergroot om heelhuids thuis te komen. Zonder het misschien te beseffen heb je die zware mantel van angst en onbekendheid afgegooid en ingeruild voor een nieuw doel. Maar dan moet je een vuurtje WEL kunnen aankrijgen!

Begin maar met het schrappen van al die ‘survival’-methodes met vonken, vuurbogen en magnesiumblokjes.We leven niet meer in het stenen tijdperk. Goed als je het kent, maar het is veel makkelijker om een doos lucifers droog te houden dan om in een nat bos naar de juiste hulpmiddelen te zoeken om vuur te maken met twee houtjes.

Ook schrappen we benzine, papier en aanstekers. Heb je allemaal niet in je dagrugzakje zitten en aanstekers zijn niet betrouwbaar! Beste advies? Besteed tijd en zorg aan je voorbereidingen.

1) Begin met het zoeken van droge (of zo droog mogelijke) aanmaak’brandstof’

Dat kan droge vegetatie zijn (dat brandt heel snel), maar beter zijn droge takjes van 1-3 mm dik ZONDER schors eromheen (schors houdt vocht vast). Takjes van naaldbomen zijn beter want daar zit wat hars in. Je vindt dunne, droge takjes vaak dicht tegen de stam aan van oudere (of dode) bomen waar zonlicht niet meer kan komen. Deze takjes breken in plaats van buigen (hout dat buigt is nat). Maak een bosje van ongeveer twee vuisten groot. Knijp het samen en breek het desnoods in tweeën. Als het regent, bewaar deze takjes dan op je lijf om ze warm en droog te houden. Nog beter is om voorbereid te zijn en in een plastic zakje aanmaakhoutjes bij je te hebben. Als je dan echt verkleumd bent en met die knoestige kleumhandjes een lucifer probeert aan te steken, dan kun je die gewoon in dat zakje gooien en je start is gemaakt!

2) Dan zoek je houtjes van halve pinkdikte tot houtjes van een pink dik

Lengte maakt niet zoveel uit, dikte wel. Een goede bundel van die stokjes is essentieel. Daarna ga je niet alleen op zoek naar dikker hout, maar kijk je vooral WAAR je meer brandhout kunt vinden. Hout dat op zand ligt, is vochtig. Hout dat op rotsen en kiezels ligt, is droger.

Groep zit rond het kampvuur
Foto Martin Roosenboom

3) De vuurplek

Beschut, maar wel met ‘toegang’ tot wind (=zuurstof). Windarme locaties zijn rokerig. Zoek een zo droog mogelijke ondergrond. Rots en kiezels zijn prima, droog zand nog beter. Want als dat eenmaal warm gestookt is, dan schraap je je kampvuur aan de kant en na voldoende zand over je kooltjes gestrooid te hebben, ga je er zelf op liggen – of je zet je tent erover op!

4) Aansteken

Gebruik houten lucifers en laat de vlam eerst groter worden in de beschutting van je handpalm (oefenen!). Daarna plaats je de vlam ONDER het stapeltje aanmaakhout. Houd de vlam op één plek. Als deze houtjes vlam vatten, dan één voor één de dikkere houtjes er kruisgewijs opleggen. Zo verstikt het vuurtje niet en komt er voldoende zuurstof bij. Heb geduld! Leg groter hout er pas op als je vuurtje goed brandt. Ook nat hout zal vlam vatten in een stevig brandend vuur.

Huiswerk!

Oefen thuis. Leer van elkaar. Ga met een mens of vijf op zoek naar materiaal voor je eigen vuurtje. Als iedereen klaar is voor de eerste lucifer, dan kom je allemaal kijken. Werkt het? Goed gedaan. Werkt het niet? Waarom niet? Hoe zou je het anders doen? Snel en goed vuur maken lukt alleen als je het vaak ‘doet’ onder allerlei omstandigheden op allerlei plekken. Volgende keer gaan we kijken naar verschillende alternatieven om vuur te maken. Dingen die werken zonder dat je een survivalexpert hoeft te zijn!

Lo Camps werkt in Canada als bioloog en organisator van expedities die zijn bedrijfje Nature Trek Canada uitvoert.

Lees ook: