headerfoto waterdruppels op textiel

De reis naar een lichtgewicht rugzak (3)

Marianne van Ginhoven

In de vorige blogs (1 en 2) heb ik het gehad over de kilo’s die we kunnen besparen met de 3-4-3-methode. Nu zal ik het hebben over kleding. Helaas zullen we nu waarschijnlijk geen kilo’s meer kwijtraken, maar zullen we eerder aan pondjes, onsjes en misschien wel grammetjes moeten denken.

Om op het kledinggewicht te besparen en toch toegerust te zijn voor diverse weersomstandigheden, moet je denken aan lagen. De eerste laag is de basislaag, die direct op je huid zit. Deze moet vocht zo snel mogelijk naar buiten afvoeren of naar de volgende laag. De basislaag kan synthetisch zijn of van (merino)wol. Ik zelf zweer bij merinowol, omdat ik de basislaag van dit materiaal rustig een week kan dragen zonder dat het gaat stinken. Een synthetische basislaag kan ik slechts één dag dragen.

Een paar merken die Merino T-shirts verkopen zijn Icebreaker, Smartwool, Woolpower en Chocolatefish Merino. Niet alle merken zijn in Nederland even gemakkelijk te verkrijgen, maar je kunt ze wel via internet kopen.

Ik heb een basislaag van 150 gram (stof) merino T-shirt met korte mouwen dat ik ’s zomers gebruik en een 200 gram T-shirt met lange mouwen, dat als extra laag dient en als slaapshirt.

T-shirt en windshirt

’s Winters gebruik ik het 200 gram T-shirt als basislaag en een 260 gram T-shirt als slaapshirt plus een extra laag wanneer het weer toch kouder is dan ik had verwacht. Mijn kleding ’s zomers is al naar gelang de temperatuur de 150 gram basislaag en/of een tamelijk winddicht overhemd met lange mouwen.

Als er veel wind is, daaroverheen een windshirt. Dit windshirt is mijn lievelingskledingstuk. Het is zeer licht, goed ademend en redelijk waterafstotend. Ik heb dit zelf gemaakt, maar je kunt ook eens kijken bij hardloopwinkels. Waarschijnlijk kun je er daar wel een vinden. Let wel op dat de zijkanten niet van gaas zijn, want jij gebruikt hem echt tegen de wind en niet om alleen maar warmte af te voeren. Zoek er ook een met zo min mogelijk toeters en bellen, dus zo weinig mogelijk zakken en ritsen etc.


Links overhemd, midden windshirt en rechts merinowollen T-shirt

Warmer kleden

Deze drie lagen kan ik vaak tot het vriespunt gebruiken, maar mocht het kouder worden, dan gebruik ik of twee lagen merinowol over elkaar of een laag merinowol en een dunne 100 gram fleece trui en dan uiteraard mijn geliefde windshirt eroverheen. Het heeft mij flink veel tijd gekost voordat ik in de gaten had dat ik voor het wandelen veel te warm was gekleed. Dit komt onder andere doordat ik van origine een fietsster ben en voor die activiteit moet je je veel warmer kleden.

Wat zou je verder nog mee moeten nemen? Ik neem een loopbroek mee, twee paar lichte loopsokken, een paar iets dikkere slaapsokken (deze moeten altijd droog blijven!), twee paar sneldrogend ondergoed (snel uit te spoelen/wassen) en een zeer lichte reservebroek voor het geval dat ik echt helemaal nat ben geworden. Soms een lange merinowol onderbroek en voor ’s avonds of in de pauze een isolerende trui/jack van dons of synthetisch materiaal. Verder een muts, een paar lichte handschoenen en een paar waterdichte sokken, omdat het belangrijk is om hoofd, handen en voeten warm te houden. Het totale gewicht komt dan op ongeveer 1500 gram. De helft van dit gewicht heb je aan, dus dat betekent weer minder gewicht in de rugzak.

Regenkleding

Wat doe ik met regenkleding? Ik gebruik een paraplu en mijn gewone wandelkleding. Het voordeel van de paraplu is dat je je kunt kleden op de temperatuur en in zo’n 90% van de gevallen is dat voldoende. Mijn benen mogen best wel een beetje nat worden, met die moderne broeken zijn ze zo droog. Mocht er te veel wind staan voor de paraplu, dan gebruik ik een lichtgewicht regenjack.

Marianne van Ginhoven is lid van de vereniging Rugzaklopers.